Hofjes in de Jordaan
Karthuizerhofje
Karthuizerstraat 89-171
Open: dagelijks 10.00 - 20.00 (geen groepen)
Dit hofje, dat ook wel het Huyszitten Weduwenhof genoemd wordt, heeft de eeuwen getrotseerd. Op een terrein van dertig hectare stond hier ooit het Karthuizerklooster. Het lag buiten de stadsmuur en viel vaak ten prooi aan plundering en verwoesting. Wat nog restte van het klooster werd na de Alteratie (1578) verhuurd aan particulieren, vooral boeren die de monnikscellen gebruikten als woonplaats voor hun knechten. In 1602 werd de kloosterhof een kerkhof waar pestdoden werden begraven. Weer bijna een halve eeuw later, in 1650, werd het Huiszitten Weduwenhofje gebouwd, naar ontwerp stadsbouwmeester Daniël Stalpaert, dat er nog altijd staat. Het gebouw bevatte maar liefst 100 kamers, bestemd als huisvesting voor de "huis-zitten-weduwen". Hoewel speciaal bedoeld voor weduwen, werd ook aan andere “vrouwpersonen” onderdak geboden. Officieel heet het hofje nog wel “Weduwenhof”, maar het wordt in de volksmond “Karthuizerhof” genoemd, wat passender is.
Raepenhofje
Palmgracht 28-38
Open: ja, openingstijden onbekend
Het Raepenhofje is in 1648 gesticht door Pieter Adriaansz. Raep, één van de notabelen van de stad. Het hofje op de Palmgracht (of Nieuwe Braak, zoals de gracht in de 18e eeuw genoemd werd) was bestemd voor weduwen en wezen. Het stichtingsjaar 1648 staat in de voorgevel te lezen onder het wapen van Pieter Adriaansz. Raep: De sluitsteen laat een raap zien met de initialen P.A. erboven. Het hofje bestaat uit zes huisjes met twaalf woningen die werden bewoond door vrouwen. De letter L op de deurkozijnen verwijst naar het feit dat de bewoonsters lid waren van de gereformeerde kerk. In 1957 werden de woningen gerenoveerd en werden er keukentjes en toiletten in gebouwd. Tegenwoordig wonen er vrouwelijke studenten. Die mogen er ook na hun studie blijven wonen, maar er mag niet worden samengewoond en ’s nachts gaat nog altijd de poort op slot.
Zeven Keurvorstenhofje
Tuinstraat 199-225
Dit hofje is vermoedelijk rond 1645 gesticht, door buskruitmaker Cornelis Martenszoon Pronck: hij kocht de grond in 1641. De zeven huisjes langs de Tuinstraat waren bedoeld voor armlastige, oudere rooms-katholieke dames van onbesproken gedrag, zoals te lezen is in het reglement in de doorgang van het hofje. In 1724 werden hierachter nog eens zeven huisjes bijgebouwd, waardoor een binnenhofje ontstond. De oorsprong van de naam van dit hofje is niet precies bekend. In een kasboek uit 1739 wordt voor het eerst gesproken over het ‘Pronckenhofje genaamd De Zeven Keurvorsten.’ Mogelijk ligt de oorsprong hiervan in een wat cynische benaming door omwonenden, die weinig moesten hebben van de rooms-katholieke kerk en de katholieke bewoners van het hofje. Aanvankelijk stonden er slechts zeven huisjes, misschien was elk huisje vernoemd naar een keurvorst. In 1940 zijn enkele kleine woningen samengevoegd. Het hofje is sindsdien nog tweemaal volledig gerestaureerd en gerenoveerd. Door samenvoegingen zijn er tegenwoordig 12 woningen, die nog steeds verhuurd worden als sociale huurwoning. De voordeur ziet er gesloten uit, maar overdag is het hofje doorgaans geopend.
Claes Claesz. Anslohofje
Eerste Egelantiersdwarsstraat 1-5 en
Egelantiersstraat 26-50
Open: ja, openingstijden onbekend
Dit hofje is eigenlijk een samenvoeging van twee hofjes: het Zwaardvegershofje en het Claes Claesz. Anslo’s hofje. Het laatste is één van de eerste hofjes van Amsterdam en toen het in de jaren '60 gerestaureerd werd, bevond het zich in erbarmelijke staat. Veel gebouwen hier lijken oud, maar zijn dat niet. Het eerste gedeelte is het oorspronkelijke Claes Claesz. Anslo’s hofje. De doopsgezinde lakenhandelaar Claes Claeszoon Anslo woonde aan de Nieuwendijk, maar was afkomstig uit Noorwegen. Net als veel andere rijke burgers bezat hij een stuk grond in de Jordaan. In drie huisjes in hun tuin aan de Egelantiersstraat boden Anslo en zijn vrouw vanaf 1616 gratis onderdak aan arme bejaarden. Zij bepaalden dat deze armenzorg moest worden voortgezet na hun dood. Aan de Tuinstraat nummer 35 en 37 is nog altijd de ingang van het Zwaardvegershofje te zien. In tegenstelling tot de hofjes uit de 19e eeuw, met hun monumentale toegang, is de toegang tot het 17e eeuwse Anslo Hofje eenvoudig. Deze deur is nu afgesloten en verwijst naar de ingang van het huidige Claes Claeszhofje om de hoek.
Broenshofje
Boomstraat 52
Open: nee, gesloten voor publiek
Het Broenshofje is een relatief jong hofje, gesticht in 1851 door mevrouw A.C. Broen, die het huisje had geschonken aan de Vereniging tot ondersteuning van mindervermogenden. Het mocht vrij bewoond worden door zes Protestantse alleenstaande vrouwen. Bij testament werd bepaald dat de bewoonsters een uitkering van f 1,00 per week uit de rente zouden ontvangen en naast “vrij wonen” genoten de dames van gedeeltelijk gratis brandstof, een uitkering van f 35,00 per kwartaal en een feestpakket voor Pasen, Kerstmis en Sint Nicolaas. In feite is het hofje niet meer dan een diep huis met zes kamers, drie boven en drie beneden, uitkomende op de gang.
St. Andrieshofje
Egelantiersgracht 105-141
Open: dagelijks van 10.00 - 17.00 uur
Het Roomsgezinde Sint Andrieshofje op de Egelantiersgracht is in 1614 gesticht en daarmee één van de oudste hofjes van Amsterdam. De naam verwijst naar de apostel Andreas, één van de discipelen van Jezus. De katholieke koopman en stichter van het hofje Jan Oly van Velsen heeft de opening van het hofje, bedoeld voor armlastige katholieke bejaarde vrouwen, nooit mogen beleven; hij stierf in 1615 terwijl het hofje pas in 1617 voltooid is. In de 17e eeuw is het hofje onder de hoede van het pastoraat van het Begijnhof gekomen. Oorspronkelijk telde het hofje 66 bewoonsters in de 36 woninkjes; later zijn de bewoonsters teruggebracht tot slechts één per kamer. Tegenwoordig bestaat het hofje uit twaalf HAT-eenheden (Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens, gebouwd tussen 1975 en 1985 met een speciale subsidie).
Suyckerhofje
Lindengracht 149-163
Open: dagelijks, openingstijden onbekend
Het Suyckerhoffhofje, ook wel het Suy(c)kerhofje genoemd, is gebouwd in 1670. Het hofje ontleent zijn naam aan de stichter Pieter Janszoon Suyckerhoff. In zijn testament van 4 januari 1667 stond dat zijn nalatenschap besteed moest worden aan het bouwen en onderhouden van een armenhof. Het hofje was alleen bestemd voor “bedaagde dochters en weduwen van Protestantse huize” en de voorwaarde voor toelating was ook dat deze “vrouwpersonen” eerlijk en van onbesproken gedrag waren en dat zij een “vredelievend humeur” hadden. Oorspronkelijk bestond het hofje uit 19 woningen. Door samenvoeging zijn daar nu nog 15 van over. Inmiddels beschikt elke woning over eigen sanitair.